Wat een heerlijke, zomerse salade is dit. Je kunt het serveren als lunch met wat brood en een glas wijn erbij. Het is ook heel geschikt als bijgerecht voor bij de bbq of bij een picknick. Je maakt het de avond van tevoren al klaar en de volgende dag haal je het zo uit de koelkast, klaar om te serveren.
Ingrediënten voor 4 personen:
320 g orzo
160 g Taggia olijven
400 g cherrytomaatjes
200 g kikkererwten uit blik
100 g mais uit blik
10 g peterselie
15 g rucola
extra vergine olijfolie, naar smaak
peper en zout, naar smaak
basilicum, naar smaak
Breng een pan met gezouten water aan de kook. Voeg de orzo toe en kook het volgens de bereidingswijze op de verpakking gaar. Hak ondertussen de ontpitte Taggia olijven grof en snijd de cherrytomaatjes in vieren. Doe de olijven en tomaatjes in een grote kom en voeg de uitgelekte kikkererwten en mais toe.
Giet de orzo af in een vergiet en koel het af onder stromend water. Voeg de orzo toe aan de kom met andere ingrediënten. Hak vervolgens de rucola, peterselie en basilicum grof. Voeg deze ook aan de kom toe en breng op smaak met de olijfolie, peper en zout. Meng alles goed door elkaar. Zet de salade minstens 2 uur in de koelkast voordat je hem serveert.
In de herfstvakantie ben ik met mijn jongste dochter een paar dagen naar Bologna geweest. Bologna is een mooie stad in de regio Emilia Romagna en nog niet zo toeristisch. Bologna wordt ook wel de culinaire hoofdstad van Italië genoemd. De Bolognese saus, in Italie ragù genoemd, is natuurlijk één van de bekendst gerechten. Deze saus wordt in Bologna geserveerd met tagliatelle of papperdelle, maar nooit met spaghetti. Mortadella komt ook uit Bologna. We hebben die paar dagen heerlijk gegeten. Zo aten we piadina, gnoccho fritto en ook tigelle. Tigelle, ook wel crescentine genoemd, werd geserveerd bij een “tagliere” oftewel een plank met heerlijke vleeswaren zoals mortadella, prosciutto en salami, maar ook met een paar kaassoorten en nog veel meer lekkers. In een boekenwinkel heb ik een kookboekje gekocht met slowfood recepten uit de Emilia Romagna en daar zal ik binnenkort wel iets uit maken. Het recept van deze tigelle heb ik op een Italiaans blog gevonden. In deze tigelle wordt namelijk “strutto” gebruikt. Strutto is reuzel en dat geeft een lekkere smaak aan de tigelle. In Italië gebruiken ze een tigelliera-plaat, een soort tosti ijzer, maar dan met rondjes en een bloemetjes patroon, om de tigelle te bakken. Maar als je zo’n plaat niet hebt, kun je de tigelle ook in een gewone koekenpan met antiaanbaklaag maken. Het gaat tenslotte om de smaak en niet om het bloemetje erop. Het bakken van de tigelle gaat heel simpel, dus voor iedereen te doen.
Ingrediënten voor ca. 25 stuks:
300 g tarwebloem
200 g Italiaanse bloem tipo 00
5 g droge gist
200 g melk, lauwwarm
100 g water, lauwwarm
30 g reuzel
10 g zout
Doe de bloemsoorten, de droge gist, reuzel, melk, water en zout in de mengkom van een standmixer en kneed er een mooi zacht en niet plakkend deeg van. Doe de deegbal in een kom en dek het af met plasticfolie of een douchemuts. Laat het deeg 3 tot 4 uur rijzen tot het in volume verdrievoudigd is.
Rol het deeg uit tot een grote lap van zo’n 6-7 mm dikte en steek er cirkels van 10 cm doorsnede uit. Ga hiermee door tot het deeg op is. Je hebt nu ongeveer 25 cirkels.
Als je een tigelliera-plaat hebt, bak je hier de tigelle in. Als je deze niet hebt, gebruikt dan een grote koekenpan met antiaanbaklaag. Verwarm de koekenpan 3 minuten voor op een warmtebron, leg er dan een aantal tigelle in, leg er een vel bakpapier op en dek dit af met een andere koekenpan of deksel om gewicht op de tigelle te creëren.
Bak de tigelle vervolgens 1 minuut op gemiddelde warmte, haal de pan of deksel weg en verwijder voorzichtig het bakpapier. Draai de tigelle om, leg het bakpapier terug en dek het weer af met een koekenpan of deksel. Bak de tigelle nogmaals 1 minuut en herhaal deze handeling een paar maal met een totaal van 4 minuten bakken.
Bewaar de gebakken tigelle onder een theedoek en serveer ze warm. Snijd de tigelle open en vul ze naar keuze.
Je kunt de tigelle ook invriezen. Laat ze voor gebruik ontdooien en warm ze langzaam op in een pan.
Bron: Tavolartegusto
Hierbij een voorbeeld van een tagliere. (Eigen foto)
Vorige week heb ik, samen met mijn dochter, weer genoten van een heerlijk weekje Italië. Wat was het fijn om weer op ons geliefde plekje te zijn. Een week van luieren, lekker eten en drinken en vooral van volop genieten. En dan ben je weer thuis en wil je toch dat Italiaanse sfeertje nog even vasthouden. Dat was qua temperatuur geen probleem natuurlijk. En wat het Italiaanse eten betreft heb ik me ook aangepast. Voor mijn vakantie had ik een recept van “Fatto in casa da Benedetta” gemaakt en dat was zo lekker dat ik het al snel weer gemaakt heb. Dit keer heb ik er ook foto’s van gemaakt zodat ik het hier met jullie kan delen. Wij aten het met z’n tweetjes met wat brood erbij.
Ingrediënten voor 4 personen (voorgerecht):
2 aubergines
400 g tomatenblokjes (= 1 blik)
basilicum, naar smaak
1 teen knoflook
125 g mozzarella
100 g taggia olijven
oregano, naar smaak
olijfolie
zout, naar smaak
Was de aubergines, haal het “kroontje” eraf en snijd ze in de lengte doormidden. Maak met een mes een rooster patroon in iedere auberginehelft.
Leg een vel bakpapier op een bakplaat en leg daar de aubergines op. Bestrooi ze met zout en olijfolie.
Zet de bakplaat met aubergines gedurende 30 minuten in een voorverwarmde oven van 180˚C
Bak ondertussen de gepelde teen knoflook in een scheutjes olijfolie in een koekenpan.
Voeg de tomatenblokjes toe en breng op smaak met zout en basilicum en laat het inkoken. Dit duurt ongeveer 10 minuten. Verwijder de teen knoflook.
Haal de aubergines uit de oven en druk met de bolle kant van een lepel een holte in iedere helft en vul ze met de tomatensaus.
Snijd de mozzarella in kleine blokjes.
Garneer de aubergines met blokjes mozzarella, taggia olijven en oregano.
Zet ze 10 minuten terug in de oven op 180˚C, zodat de mozzarella kan smelten en de aubergines wat bruin kunnen kleuren.
Deze gegratineerde groenteschotel is makkelijk te maken en erg smaakvol. Helaas had ik geen rode ui in huis, dus heb een gele ui gebruikt. Deed aan de smaak niets af. Serveer er eventueel wat krieltjes uit de oven bij en je hebt een heerlijke maaltijd.
Ingrediënten voor 4 personen:
4 courgettes
15 cherry tomaatjes
40 g versgeraspte Parmezaan
3 el paneermeel
1 (rode)ui
extra vergine olijfolie
peper en zout, naar smaak
Was de courgette en de tomaatjes. Maak de ui schoon. Snijd de courgettes in lange dunne plakken. Snijd de tomaatjes in partjes en de ui in dunne plakjes.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en verdeel hier wat olijfolie over. Leg de plakken courgette op de bakplaat, verdeel hier de tomaatjes en ui over. Breng het op smaak met peper en zout. Bestrooi het met het paneermeel en Parmezaan.
Bak het gerecht gedurende 30 minuten in een voorverwarmde oven op 200˚C, waarvan de laatste 5 minuten op grillstand. Serveer het gerecht warm of koud.
Broodbakken, ik doe het wekelijks. Lekkere ontbijtbroodjes of stokbrood, maar ook focaccia. En daar kun je zo fijn mee variëren. Bijvoorbeeld, heel simpel, met rozemarijn en grof zeezout of met zongedroogde tomaatjes en zwarte olijven. In onderstaand recept zit groene pesto in het deeg verwerkt en de topping bestaat uit groene olijven en gedroogde oregano, erg lekker. Heb je geen kneedmachine, probeer het deeg dan met de hand te kneden. Het is een soepel deeg, dus geen zwaar werk. Serveer de focaccia bij een kop soep of bij een maaltijd. Of eet het als antipasto bij een glas wijn.
Ingrediënten:
500 g tarwebloem
390 ml lauwwarm water
7 g zout
7 g droge gist
50 g pesto alla Genovese
50 g groene olijven
gedroogde oregano, naar smaak
extra vergine olijfolie, naar smaak
Doe de bloem, gist en zout in een kom en meng alles goed door elkaar. Voeg het water en de pesto toe en kneed dit 5-10 minuten tot een mooi deeg.
Dek de kom af met plasticfolie of een douchemuts en laat het 2-3 uur rijzen tot het in volume verdubbeld is.
Vet een bakplaat in met olie (of bekleed de bakplaat met bakpapier) en stort het deeg hierop. Druk het met je vingers uit tot de gewenste grootte. Dek het af met ingevet plasticfolie en laat het 30 minuten rijzen.
Verdeel de groene olijven, oregano naar smaak en olijfolie naar smaak over het deeg. Bak de focaccia 30-35 minuten in een voorverwarmde oven op 220˚C. Het oppervlak moet volledig goudkleurig zijn. Serveer de focaccia lauwwarm.
Natuurlijk maak ik zelf wel eens pesto, maar meestal is dat de “traditionele” uitvoering op basis van basilicum of een rode pesto. Eenvoudig, maar lekker bij een pasta als voor/tussengerecht of als lunch. Pesto op basis van rucola had ik nog nooit gemaakt, laat staan geproefd. Pesto maken is zo simpel, dus deze rucolapesto was ook heel snel gemaakt. En zo lekker. De linguine heb ik gekocht (De Cecco), maar als ik wat meer tijd heb, ga ik weer zelf pasta maken. Met zelfgemaakte pesto nog lekkerder dus! Gewoon een beetje Italië op je bord!!
Ingrediënten voor 4 personen:
350 g Linguine
150 g rucola
30 g pijnboompitten
1 teentje knoflook
een snufje zout
100 ml extra vergine olijfolie
4 eetlepels versgeraspte Parmezaanse kaas
Meng in een foodprocessor of blender de rucola met de pijnboompitten, in stukjes gesneden knoflook, snufje zout en de helft van de olijfolie. Maal of blend tot alles goed gesneden is. Voeg daarna de Parmezaanse kaas en het restant van de olijfolie toe en maal of blend nog een paar seconden. Nu is de rucolapesto klaar.
Breng in een ruime pan gezouten water aan de kook en kook hierin de linguine volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Doe de rucolapesto in een ruime koekenpan (met de warmtebron onder de pan uit!) Haal de gare pasta uit de pan (niet afgieten) en voeg deze bij de pesto. Zet nu de warmtebron op een lage stand aan. Voeg eventueel nog wat van het pastakookvocht toe en meng alles goed door elkaar. Serveer de pasta met nog wat extra pijnboompitten erop.
Het is vandaag de Dag van de Pastasalade. Daar wil ik natuurlijk ook aandacht aan besteden. Heel toevallig kwam ik vorige week het recept van deze frisse pastasalade met citroen en tonijn tegen. Een heerlijke salade voor een zomerse dag. In het recept wordt farfalle (strikjespasta) gebruikt, maar je kunt er natuurlijk ook een andere soort (korte) pasta voor gebruiken. Bij de ingrediënten staat ook provolone, ook wel provola genaamd, maar die had ik niet in huis. In plaats daarvan heb ik mozzarella gebruikt. De salade heb ik nog wat besprenkeld met olijfolie met citroen, die ik nog had staan.
Ingrediënten voor 4 personen:
320 g Farfalle of andere pasta
200 g tonijn in olie
60 g zwarte olijven
60 g groene olijven
120 g provolone of mozzarella
1 takje peterselie
60 g extra vergine olijfolie
1 citroen
zout, naar smaak
Breng een pan met gezouten water aan de kook en kook hierin de farfalle al dente. Giet de pasta af en doe ze in een kom. Voeg de olijfolie toe en roer alles goed door elkaar.
Snijd de olijven in plakjes, laat de tonijn uitlekken en verkruimel deze met een vork. Snijd de provolone of mozzarella in blokjes.
Rasp de schil van de citroen. Pers het sap uit de citroen. Voeg rasp en sap bij de pasta, samen met de gehakte peterselie en andere ingrediënten. Breng op smaak met wat zout. Meng alles goed door elkaar. Dek het af met plasticfolie en zet het in de koelkast. Haal voor het serveren de kom uit de koelkast en roer nogmaals goed door elkaar.
Wie kent ze niet, die grote plaatpizza’s die je in ieder toeristisch plaatsje in de kleine straatjes kunt kopen. De geur komt je al van verre tegemoet. Vaak zijn ze al in flinke vierkanten voorgesneden. Nadat zo’n stuk is opgewarmd, wordt het meestal in wat kleinere, handzame stukjes gesneden, zodat je er, al slenterend, lekker van kunt genieten. Zo’n plaatpizza kun je natuurlijk ook thuis maken. Zo haal je toch een beetje Italië in huis. Deze plaatpizza wordt gemaakt van Italiaanse 00 bloem en manitoba. Mocht je niet aan deze bloemsoorten kunnen komen, gebruik dan gewoon 500 g tarwemeel. Deze plaatpizza heeft een simpele topping, maar varieer gerust. In Italië zie je ze tenslotte ook met salami, champignons en ander beleg. Snijd de plaatpizza niet alleen in grote stukken, maar ook in kleine stukjes en serveer als lekker hapje bij een glas wijn.
Ingrediënten voor 4 personen:
400 g water, op kamertemperatuur
3 g droge gist
7 g suiker
300 g Italiaanse bloem tipo 00
200 g Manitoba
50 ml extra vergine olijfolie
10 g zout
Voor de topping:
200 g tomaten passata
250 g (buffel)mozzarella, in blokjes gesneden en uitgelekt
zout, naar smaak
extra vergine olijfolie, naar smaak
oregano, naar smaak
Doe het water in een grote kom en voeg de gist en de suiker toe. Meng het met een vork goed door elkaar. Voeg nu de bloemsoorten beetje bij beetje toe. Giet de olie erbij en voeg het zout toe en kneed het tot een mooi deeg. Dek de kom af met plasticfolie of een douchemuts en laat het deeg ca. 2 uur rijzen tot het verdubbeld is. Vet een bakblik in met olie en stort het deeg in het blik. Vet je handen in met olie en druk het deeg met je vingertoppen in de vorm tot deze helemaal gevuld is met deeg. Dek het deeg af en laat het ca. 20 minuten rijzen. Verwarm ondertussen de oven voor op 190˚C. Breng de tomatensaus op smaak met zout en olijfolie naar smaak. Verdeel de tomatensaus over het deeg. Bak de pizza ca. 20 minuten. Verdeel de mozzarella over de pizza en strooi er naar smaak oregano over. Zet de pizza nog zo’n 6-7 minuten in de oven tot de mozzarella is gesmolten. Haal de pizza uit de oven en serveer ‘m warm.
Vandaag is het alweer 1 november. De bomen verkleuren van groen naar oranje/geel. Het is duidelijk herfst. In de winkels worden de schappen weer gevuld met Kerstspullen. Zo heel langzaamaan gaan we weer voorzichtig denken aan het Kerstdiner, hoewel dit misschien dit jaar in aangepaste vorm zal plaatsvinden. Maar of je nu met een grote of kleine groep de Kerstdagen doorbrengt, gegeten wordt er toch. Deze bladerdeeghapjes zijn geschikt voor bij de borrel, buffet of tussendoor. En ook na de Kerstdagen zullen ze ongetwijfeld lekker smaken.
Ingrediënten:
1 rol bladerdeeg
100 g gekookte ham, plakjes
50 g groene olijven, fijngehakt
1 eidooier
Rol het bladerdeeg uit en laat het op het bijgeleverde bakpapier liggen.
Bestrijk het bladerdeeg met eidooier en verdeel de fijngehakte groene olijven erover. Bedek het vervolgens met de plakjes ham.
Rol het bladerdeeg met behulp van het bakpapier voorzichtig op. Snijd er vervolgens 12 à 13 plakken van.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg hier de bladerdeegrolletjes op.
Bak de rolletjes gedurende 20 minuten in een voorverwarmde oven van 200˚C. De rolletjes moeten lichtbruin zijn, dus bak ze niet te lang, anders drogen ze uit.
Een eenvoudig maar lekker gerechtje. Deze bladerdeeghapjes zijn makkelijk te maken en met de vulling kun je heel goed variëren. Kies bijvoorbeeld voor andere groenten, maar kijk ook eens naar diverse soorten kaas. Let dan wel op dat je geen kaassoort gebruikt waar bij verhitting veel vocht vrij komt, want dan wordt het bladerdeeg klef.
Ingrediënten:
1 rol bladerdeeg
1 teentje knoflook
2 kleine of 1 grote groene paprika
150 g gorgonzola dolce
3 el olijfolie extra vergine
zout, naar smaak
versgemalen zwarte peper, naar smaak
1 ei
Was de paprika, verwijder de zaadstelen en zaadjes. Snijd de paprika in stukjes van ca. 1 cm.
Giet de olijfolie in een pan en voeg het teentje knoflook toe. Laat het een paar seconden bakken.
Verwijder de knoflook en voeg de paprika toe. Breng op smaak met zout en versgemalen peper en laat het ongeveer 5 minuten bakken. Roer de paprika’s af en toe om. Zet de warmtebron uit als de paprika’s gaar zijn.
Rol het bladerdeeg uit en snijd deze verticaal in 6 stroken, horizontaal in 3 stroken, zodat je 18 rechthoekjes krijgt.
Leg op 9 rechthoekjes een theelepel gorgonzola en wat paprika blokjes. Leg er een rechthoekje bladerdeeg op en druk de randen goed met je vingertoppen dicht (of gebruik een vork).
Klop het ei met wat zout los en bestrijk hier de bladerdeeg pakketjes mee.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg hier de pakketjes op. Bak de pakketjes ongeveer 15-20 minuten in een voorverwarmde oven van 180˚C tot ze goudbruin zijn. Haal ze uit de oven en laat ze eerst nog wat afkoelen voor je ze serveert.
Recepten of foto's overnemen is toegestaan, mits er bronvermeldingen en plaatsing van een link naar het betreffende artikel op mijn weblog bij komt te staan.