Broodbakken, ik doe het wekelijks. Lekkere ontbijtbroodjes of stokbrood, maar ook focaccia. En daar kun je zo fijn mee variëren. Bijvoorbeeld, heel simpel, met rozemarijn en grof zeezout of met zongedroogde tomaatjes en zwarte olijven. In onderstaand recept zit groene pesto in het deeg verwerkt en de topping bestaat uit groene olijven en gedroogde oregano, erg lekker. Heb je geen kneedmachine, probeer het deeg dan met de hand te kneden. Het is een soepel deeg, dus geen zwaar werk. Serveer de focaccia bij een kop soep of bij een maaltijd. Of eet het als antipasto bij een glas wijn.

Ingrediënten:
- 500 g tarwebloem
- 390 ml lauwwarm water
- 7 g zout
- 7 g droge gist
- 50 g pesto alla Genovese
- 50 g groene olijven
- gedroogde oregano, naar smaak
- extra vergine olijfolie, naar smaak
Doe de bloem, gist en zout in een kom en meng alles goed door elkaar. Voeg het water en de pesto toe en kneed dit 5-10 minuten tot een mooi deeg.
Dek de kom af met plasticfolie of een douchemuts en laat het 2-3 uur rijzen tot het in volume verdubbeld is.
Vet een bakplaat in met olie (of bekleed de bakplaat met bakpapier) en stort het deeg hierop. Druk het met je vingers uit tot de gewenste grootte. Dek het af met ingevet plasticfolie en laat het 30 minuten rijzen.
Verdeel de groene olijven, oregano naar smaak en olijfolie naar smaak over het deeg. Bak de focaccia 30-35 minuten in een voorverwarmde oven op 220˚C. Het oppervlak moet volledig goudkleurig zijn. Serveer de focaccia lauwwarm.
Bron: Rosella… pane e cioccolato.