Een koekje bestaand uit twee verschillende lagen deeg, dat had ik nog nooit gemaakt. Een leuk werkje om te doen. Het oprollen van de twee lagen ging best makkelijk. Ik heb het wel heel voorzichtig gedaan om te voorkomen dat de buitenlaag zou barsten. Daarna heb ik de rol 30 minuten in de vriezer gelegd, volgens de tip die in het boekje staat, hierdoor ging het snijden van de koekjes probleemloos. Na het bakken moesten we natuurlijk nog wat geduld hebben met opeten, want er moest eerst een foto van het eindresultaat gemaakt worden. Maar daarna bleef de koektrommel niet lang gevuld, dat zegt genoeg!
Ingrediënten:
- 200 g zachte boter
- 200 g suiker
- 1 ei, geklutst
- 320 g bloem
- 1 tl bakpoeder
- 30 g ongezoet cacaopoeder, gezeefd
Sla de boter en suiker in een mengkom zacht en luchtig. Voeg het geklutste ei toe, zeef er de bloem en het bakpoeder bij en spatel alles door elkaar. Deel het deeg in tweeën en meng het cacaopoeder door een helft. Rol beide helften uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een dikte van 2-3 mm en snijd ze in 2 nette rechthoeken van 30 x 20 cm. Leg de rechthoeken op elkaar, rol ze in de lengte op, wikkel de rol in plasticfolie en laat hem ongeveer 2 uur in de koelkast opstijven. Verhit de oven tot 180 ̊C en bekleed een bakplaat met bakpapier. Snijd de rol in plakjes van 1 cm, leg ze op de plaat en bak ze ongeveer 8-10 minuten. Haal ze uit de oven, laat ze afkoelen en zet ze op tafel.
Bron: De Zilveren Lepel Kookschool; Dolci, nieuwe authentieke Italiaanse recepten voor de beste taart, cakes en koekjes.