De originele naam van dit gerecht is ‘Gnocchi con trombette e pollo del bosco’; Gnocchi met hoorns van overvloed en zwavelzwam. Aangezien ik beide soorten paddenstoelen niet heb gebruikt, heb ik de naam maar veranderd in ‘Gnocchi con funghi’. De hoorns van overvloed heb ik vervangen door een paddenstoelenmelange en de zwavelzwammen door kastanjechampignons. De ribbels in de gnocchi heb ik niet gemaakt met een vork, zoals in het recept beschreven staat, maar met een gnocchi plankje. Op de Campo dei’Fiori in Rome zag ik deze plankjes voor € 2,50 liggen. Altijd leuk voor zo’n bedrag en weer een mooie aanvulling van mijn Italiaanse keukenattributen. De gnocchi rol je als het ware over het plankje heen en zo krijg je de ribbels erin. De aardappels voor de gnocchi kook ik niet, maar ik stoom ze (hiermee voorkom je dat de aardappels nat blijven) en pers ze daarna door de pureeknijper. Al met al een leuk werkje om te doen met als eindresultaat een heerlijk gerecht op je bord.
Ingrediënten voor 6 personen:
- 500 gr bloemig kokende aardappels, gekookt en gepureerd
- 200 gr bloem, plus extra om te bestuiven
- 1 ei, losgeklopt
- zout en peper naar smaak
Saus:
- 300 gr hoorns van overvloed (schoongemaakt gewicht)
- 200 gr zwavelzwammen (schoongemaakt gewicht); of gebruik portobello’s of kastanjechampignons
- 20 gr gedroogde porcini
- 4 el olijfolie
- 60 gr boter
- 1 middelgrote ui, gepeld, fijngesneden
- 1½ dl droge witte wijn
- 3 el fijngesneden peterselie
- 60 gr versgeraspte Parmezaanse kaas
Vermeng voor de gnocchi de aardappelpuree, bloem en ei en voeg als het mengsel te nat is nog wat bloem toe. Breng op smaak met zout en peper.
Bestuif je handen met bloem en vorm van een stuk deeg en lange worst van circa 2 cm dikte. Snijd deze in stukjes van circa 2½ cm lengte. Gebruik nog wat van de bloem en druk elk stukje deeg omlaag tegen de tanden van een vork, zodat het er iets plat en geribbeld uitziet (hier heb ik dus mijn plankje gebruikt).
Leg ze op een schone theedoek.
Maak voor de saus de verse paddenstoelen schoon en snijd ze in dunne plakjes. Laat de gedroogde paddenstoelen 20 minuten in warm water weken. Laat ze uitlekken en snijd ze fijn (bewaar het weekvocht).
Verhit de olie met de boter in een pan en smoor de ui hierin glazig. Doe alle paddenstoelen in de pan en bak ze 15 minuten op laag vuur, waarbij je het vocht laat inkoken. Voeg een beetje weekvocht en de wijn toe en laat alles nog 5-10 minuten sudderen. Breng de saus op smaak met peterselie, wat zout en flink veel zwarte peper.
Laat alle gnocchi tegelijk in een grote pan met licht gezouten koken water glijden. Kook ze tot ze komen bovendrijven. Schep ze met een schuimspaan uit de pan en doe ze in de paddenstoelensaus. Schep de gnocchi goed om en verdeel ze over voorverwarmde borden. Strooi de Parmezaanse kaas erover.
Bron: Mijn beste Italiaanse recepten van Antonio Carluccio.